Mooie woorden!

Arie Bos was antroposofisch huisarts in Amsterdam en publiceerde meerdere boeken, waaronder het succesvolle Hoe de stof de geest kreeg. In het verleden, mooier kunnen we het niet maken, kraakte hij wel eens een van onze titels af. Wat zou hij van het boek van zijn voormalige collega Huib de Ruiter vinden?

In Weleda Apotheek Nieuws verscheen een recensie van zijn hand over Gezondheid, ziekte en antroposofie.
Een fragment daaruit:

"Ik moet bekennen dat ik er enigszins tegenop zag om iets te moeten gaan lezen waarvan ik me verbeeldde dat ik de inhoud al kon dromen. Maar wat een verrassing: het is ten eerste goed geschreven en ik kwam veel tegen wat ik nog niet wist. Het begint weliswaar een beetje schools met een uitleg van het drie- en het vierledig mensbeeld. Boven elk hoofdstuk staat het jaar en het seizoen van verschijning. Het ‘drieledige’ stamt van winter 2018 en het ‘vierledige’ van een serie uit 2005 en 2006. Ze vertonen tot mijn verbazing geen enkel stijlverschil. Hierna volgt nog een vergelijkbare uitwerking van de betekenis daarvan voor de antroposofische ziekteleer en geneeskunde. Maar hierna begint Huib zich kennelijk in zijn element te voelen. Dat viel ook wel te verwachten van een drijvende kracht van de werkgroep Plantago die vele bijeenkomsten organiseert over de grondstoffen van de antroposofische medicatie. Wonder boven wonder is het, ondanks het feit dat het bestaat uit losse artikelen uit 20 jaar, een samenhangend boek geworden. Het vangt aan met een bespreking van de organen. Ieder van ‘de vier’ krijgt een eigen hoofdstuk. Daarna wordt een groot aantal ziekten behandeld. Ook euthanasie en orgaandonatie worden niet geschuwd. Daarin toont Huib zich al veel persoonlijker. En dan volgt waar zijn hart ligt: de metalen, mineralen en planten. Veel daarvan wist ik nog niet, tot mijn verrassing en wel eerder had willen weten. Omdat het geheel nu eenmaal voor patiënten was en misschien is bedoeld wordt het afgesloten met een suggestie voor een huisapotheek.

Als inspiratie voor een eigen praktijk periodiek is dit boek zeker aan te bevelen. Of anders verdient het zeker een plaats op de leestafel in de wachtkamer. Maar de waarde is groter: het zou in de opleiding, maar ook voor iedere al of niet beginnende antroposofisch arts ook erg inspirerend kunnen zijn. Ik zou het in ieder geval graag al gelezen willen hebben toen ik nog praktiseerde."